Apex F1-definitie
In de Formule 1 is de apex van een bocht – ook wel het clipping point genoemd – het middelpunt van de bocht, wanneer de coureur het dichtst bij de binnenste stoeprand van de bocht komt. Het is het binnenste punt van de rijlijn die door een bocht wordt genomen en maakt deel uit van de racelijn die gebruik maakt van de volledige breedte van de baan om de straal te verlengen en de snelheid te verminderen. De top is ook waar de bestuurder begint te schakelen van vol gas naar vol remmen en weer terug
Top in de diepte
Het punt in een bocht waar de bestuurder zich het dichtst bij de binnenste stoeprand van de bocht bevindt, is de top van de bocht, ook wel het clipping point genoemd. Afhankelijk van het type bocht en de racelijn van de coureur kan de apexpositie veranderen. Een langzame haarspeld heeft meestal een “late” top, terwijl een snelle bocht meestal een vroege top heeft.
Het toppunt is cruciaal, omdat de coureur daar de hoogste snelheid kan aanhouden tijdens de bocht. De bestuurder kan zijn snelheid verhogen en de hoeveelheid tijd die hij aan het draaien van het wiel besteedt verminderen door de top te raken. Als gevolg hiervan kunnen ze het gaspedaal eerder intrappen en sneller het volgende rechte stuk afleggen.
De snelste route door een bocht is echter niet noodzakelijkerwijs om de top te bereiken. Een bestuurder kan af en toe besluiten om een bredere lijn te nemen om sneller te kunnen afslaan. Dit kan vooral handig zijn in langzame bochten waar de binnenste stoeprand weinig grip biedt. In deze situaties kan de bestuurder ervoor kiezen om een ”late” apex te nemen, wat zou betekenen dat hij de apex later in de bocht zou bereiken en met meer snelheid zou verlaten.
Verschillende Apex-punten
Er kunnen meerdere piekposities zijn op sommige bochten, zoals het complex van bochten 16-18 op het Circuit of the Americas. Op basis van hun racelijn en het type bocht moet de coureur in deze situaties beslissen op welke top hij schiet. Om bijvoorbeeld meer snelheid door de lange, vloeiende bochten 16-18 te krijgen, kan een coureur ervoor kiezen om voor de eerste apex te schieten, of ze kunnen de tweede of derde apex selecteren om een betere aanloop naar het volgende rechte stuk te krijgen.
Kortom, elke bocht in de Formule 1-races moet een precieze toppositie hebben. Bestuurders kunnen hun snelheid verhogen en de hoeveelheid tijd die ze besteden aan het ronddraaien van het wiel verminderen door de top te raken. De snelste weg door een bocht is niet altijd om de top te raken; in sommige gevallen kan een bredere lijn efficiënter zijn. De coureur moet uiteindelijk beslissen welke apex hij nastreeft op basis van zijn racelijn en de aard van de bocht.